Abraham de Haen

 

 

Inhoudsopgave
Abraham de Haen

De Haen's archief

Van de drie vrienden Andries Schoemaker, Cornelis Pronk en Abraham De Haen, had De Haen de meeste opleiding genoten. Zoals Crajenschot het formuleerde: 'der Latynsche en Fransche taale kundig, en tot de Rechtsgeleerdheid opgevoed zynde'.1 We vinden bij hem dan ook dat hij boeken in het Latijn gebruikt en Latijnse tekst moeiteloos overschrijft.2 Over Pronk weten we dat hij, op aandrang van zijn vader, die een bekwaam boekhouder was, 'traeg en lusteloos eenen geruimen tyt aen het boekhouden geweest was en ondertusschen geestige tekeningen op papier bracht.'3 Andries Schoemaker was koopman, met zijn wortels in de Twentse textielnijverheid. Hij betreurt het dat hij niet kan tekenen en geen Latijn geleerd heeft, en dat zijn teksten niet goed genoeg zijn om gepubliceerd te worden.4 Niettemin heeft hij een honderdtal zeer waardevolle banden in handschrift nagalaten, vaak in folioformaat. Daarin geeft hij beschrijvingen van kastelen en dorpen etc., waarbij hij tekeningen maakt, meestal naar Pronk of De Haen, of naar hemzelf.5

Hoewel zeer verschillend in uitvoering, hebben zowel Schoemaker als De Haen veel opgeschreven. Beiden hadden belangstelling voor de geschiedenis; ze lazen er over, verwezen er in hun geschriften naar en wisselden onderling gegevens uit. Zoals uit zijn aantekeningen in de Schatkamer en Naamlyst blijkt zoekt De Haen tijdens zijn reizen naar bronnen, noteert hij inscripties en maakt aantekening van wat hij leest en hoort. Pronk daarentegen, schrijft Kasteleyn,6 lijkt geen lijsten bijgehouden te hebben van wat hij wanneer, en met wie, tekende; dat liet hij graag over aan zijn eerste leerling en boezemvriend Abraham de Haen.

Abraham De Haen had een grote verzameling boeken, tekeningen en prenten of kon er over beschikken. Het 'Register der Teekeningen (...) van Roeland Rochman', dat voor in zijn exemplaar van de Schatkamer is geplakt, moet hij al jong hebben gemaakt. Hij is begonnen bij de kasteeltekeningen een literatuurverwijzing te zetten.7 Dat is op die plaats weliswaar niet afgemaakt, maar het is duidelijk dat hij zich gedegen voorbereidde voor hij op reis ging. Dat hij regelmatig naslagwerken raadpleegde blijkt ook uit de verwijzingen die hij in Schatkamer en Naamlijst maakte. Het zijn, zeker in de Schatkamer, aantekeningen voor eigen gebruik, die voor ons niet altijd duidelijk zijn. Toch geven ze een aardige indruk van de gevarieerde bronnen die toen in omloop waren en waaruit De Haen kon putten.8 Opmerkelijk is dat hij in de Naamlijst, op een enkele na, andere bronnen noemt. De meeste zijn van latere datum en/of regio-gericht.9

Behalve de boeken waarover De Haen kon beschikken, bezat hij een topografische atlas, waarin naast eigen tekeningen ook veel materiaal van anderen bewaard werd. Zo kreeg hij van A.S. [A. Schoemaker] drie door Pronk in 1731 getekende gezichten van Beverwaart, die hij in zijn verzamelingen bracht. Daarin bevinden zich ook de twee tekeningen van A:M [A. Meiling] van Noorderwoert uit 1725. Bij Kronenburg aan de Vecht schrijft hij over drie of vier tekeningen van C.J. Visscher die onder hem berusten. Van Laar en van Nederblokland bewaart hij een afbeelding die ook te vinden is in het Kabinet van Cornelis Beudeker. Hij gebruikte de boeken van die andere bekende verzamelaar, Mattheus Brouërius van Nidek, had waarschijnlijk inzage in diens historisch-topografische atlas en leverde hem tekeningen.10

Behalve dat De Haen nauw met Pronk samenwerkte, blijken ze ook een gezamenlijk 'tekenkabinet' opgebouwd te hebben, dat door De Haen beheerd werd. In de Schatkamer wordt het nog niet genoemd, maar in de Naamlijsten komen we meermalen tegen dat tekeningen in 'onze verzamelingen', 'ons tekenkabinet' of 'onze beschrijving en afbeelding der adelijke huizen in Overijssel' te vinden zijn. Uit de laatste benaming blijkt dat er niet alleen afbeeldingen, maar ook andere gegevens in werden bewaard. In de notities van De Haen wordt echter niet altijd altijd een (recente) tekening genoemd. Verder betreft het meestal tekeningen van Pronk; slechts twee keer komt zijn eigen naam, of die van Meiling, voor. 11

Noten
1 Voorwoord in Herderszangen en Mengeldichten 1751
2 Zoals in de Naamlyst bij Ruitenberg in Salland, waar hij een lange brief in het Latijn moeiteloos overschrijft.
3 Johan van Gool, De nieuwe schouburg der Nederlantsche kunstschilders en schilderessen, dl. II, 1751, 193-198
4 Uit brief aan zoon Gerrit Schoemaker: '(niet tegenstaande dat ik geen andere taal meester ben als onse aangebore moederstaal)' en 'en heb daar ook geen kennis van alsoo als u bekend is geen vreemde talen versta', in Stichtse klyne chronicke (...), ms, Utrechtse Archieven, V.E. 5.
Uit brief aan dochter Johanna: '(als hebbende nooit tekenen geleert)', in Korte Beschrijving van West-Friesland (...), ms, Koninklijke Bibliotheek, 78 C 54.
Uit brief aan kleinzoon Gerard Blaauw: 'En dewijl mijn schrift niet bequaam was om aan de viese (kieskeurige) weereld mede te deelen, want daar wordt op ider woord en spelding en niet op den sin soo gevat,' in Beschryving der Stad Amsterdam, ms, GA Amsterdam microfilm 2019.
5 In het deel 'Andries en Gerrit Schoemaker' op deze site is een volledige lijst van deze handschriften gepubliceerd. Onder de titel De historisch-topografische atlas van Andries Schoemaker heeft MMF-publications in het jaar 2000 veel banden op cd-rom en microfiche uitgebracht.
6 Pronk met Pen en Penseel, 100
7 In zijn beknopte notities in de lijst van tekeningen van Rochman bedoelt De Haen vermoedelijk de volgende bronnen:
Samuel Ampsing Beschryvingde ende lof stad Haarlem, 1628
Matthijs van Balen Beschryving der stadt Dordrecht, 1677
Ioannes de Beka et Wilh. Heda Chronike van de Stichte van Utrecht ende van Hollant, kort na 1346
Boxhorn Toneel ofte Beschryvinge der steden van Hollandt, 1634
Hadrianus Junius Batavia, in quae prater gentis & insulae antiquitatotem (...) 1652
J. v.Oudenhoven Peterus Schriverius, Oude en nieuwe Beschryvinge van Holland, Zeeland (...), 1667
S. van Leeuwen Batavia Illustrata ofte Hollandsche Chronyck 1685
H. Zoeteboom De Zaanlants arkadia, 1658
8 In de aantekeningen in de Schatkamer worden, onder voorbehoud en misschien niet volledig, de volgende werken bedoeld. De Beka, Boxhorn en Van Leeuwen staan ook in het Register van tekeningen.
Kornelis van Alkemade Rotterdamse heldendaden( ...) Jonker Fransen oorlog, 1724
Cornelis Aurelius Batavia illustrata, sue de Batavorum insula (...), 1586
Ioannes de Beka et Wilh. Heda De Episcopis Ultraiectinis, 1643
M. Zueris van Boxhorn Theatrum sive Hollandiae, 1632
Mattheus Brouërius van Nidek Kabinet van Nederlandsche en Kleefsche Oudheden, 1727
  Analecta medii aevi, 1725
C. Julius Cesar Aantekeningen der Gallische, (...) oorlogen, 1709
J. Covens en C. Mortier Amsteldami veteris (...), 1700
Abraham Goos Nieuw Nederlandsch caertboek, 1615
  Goudhoeve historisch-genealogisch handschrift
P.C. Hooft Neederlandsche Historiën, 1642
Ionker Mathiis van der Houve Hantvest of chartre chronyk (...) 1636-1638
Petri Kearii (Pieter v. d. Keere) Gemania Inferior, 1622
Simon van Leeuwen Batavia Illustrata ofte (...), 1685
Antonus Matthaeus Veteris aevi analecta (...), 1635
Arnold Moonen Korte Chronyke der Stadt Deventer (...),1688
Adriaan Pars Katwijkse Oudheden, 3e druk
Petrus Plemper Beschryving van de heerlykheid en het dorp Alphen aan den Ryn, 1714
Gerard van Spaan Beschryvinge der stad Rotterdam, 1713
Melis Stoke Hollandse jaar-boeken of rijm-kronijk, 1620
Tacitus Antiquitates Germanicae of Hoogduitsche oudtheden, 1728
Philips Vingboons Afbeeldsels der voornaamste gebouwen (...) , 1648
9 In de Naamlijst noemt De Haen (o.a.?) de volgende bronnen:
Claas Bruin De zegepraalende Vecht, Amsterdam 1719
  Kleefse en Zuid-Hollandse Arkadia, 2e dr. 1730.
Gerhard Dumbar Het kerkelijk en Wereltlijk Deventer, 1731 1732
Fr. Halma & M.B. v.Nidek Tooneel der Vereenigde Nederlanden, 1725, 2 dl.
H.F. van Heussen Oudheden en gestichten van Deventer, 1725, 2 dl.
v. Hoogstraten & Schuer Groot algemeen historisch (...) woordenboek, o.a. Amsterdam 1733, 7 dl.
Lambertus Hortensius Vertaling A. Strich: Historie (...) Vtrechtsche Geschiedenissen ?
Matthiis vander Houve Hantvest of chartre chronyck van de Landen van Oud-Batavien, 2 dln, 1616, 1636
Cornelii Kiliani Etymologicvm Tevtonicæ lingvæ (...), 1e dr. 1599. Koeren = speculari.
Antonius Matthæus Fundationes et fata ecclesiarum (...) Ultrajecti (...), Leiden 1704
Arnold Moonen Korte Chronyke der Stadt Deventer (...),1688
Johan Picardt Korte beschryvinge (...) antiquiteet-rijcke landschap Drenth (...), 1660, 1731.
Lud: Smids Schatkamer der Nederlandse Oudheden, Amsterdam 1711.
10 Het is speculatief, maar in de veilingcatalogus Schouwburg der Nederlandsche en onderhorige Landschappen, 1759, waarin de verzameling van Brouërius van Nidek is opgenomen, komen enkele vroege tekeningen van De Haen voor, n.l. van het huis te Lienden, uit 1724 (p. 39) en van het huis Sterkenborg, voor en achter, uit 1725 (p. 236). Het zijn inderdaad tekeningen van De Haen; hij noemt 't huis te Lienden in de Schatkamer (maar met jaartal 1725, tweesins uitgeteekent) en het huis Sterkenborg in de Naamlijst (in 1725 tweesins uitgetekent). In de veilingcatalogus van Brouërius zelf, Atlas der Vereenigde Nederlandsche Provintien, 1743, worden ze niet genoemd, maar er zijn redenen om aan te nemen dat ze daar al in gezeten hebben
11 In onze verzamelingen te vinden:

Günterstein -- -- Utr   Spijkerbosch 30 CPr Sal
Ter Meer -- -- Utr Bolskamp 33 AMe Twe
Anem 30 CPr Sal Boekholt 30 CPr Twe
Averbergen 32 CPr Sal Oldemole 30 CPr Twe
Boekhorst 30 CPr* Sal Twikkelo 30 CPr Twe
Boksbergen 30 CPr Sal Weleveld 30 CPr Twe
Gelder 34 CPr Sal  
Herpen 30 CPr Sal in ons tekenkabinet:
Krijtenberg 29 CPr Sal Hoenloo 32 CPr Sal
Koerhuis -- AMe Sal        
Rande -- CPr Sal in ons Overijssels tekenkabinet:
Rechteren 29 AdH Sal Almeloo 30 CPr Twe
Vest 27 CPr Sal        
Werkeren 31 CPr Sal onze beschrijving en afbeeldingder adelijke huizen in Ovijssel:
Wingarvelden 31 CPr Sal
Windesheim 31 CPr Sal Haer 32 -- Sal
Wittenstein 31 CPr Sal        
Zuidhem 30 CPr Sal onder onze afbeeldingen te beoogen:
        Nijenrode -- -- Utr
               

* CPr en AdH

inhoudsopgave